Exact één jaar geleden, op 20 januari 2016, zag de Europese richtlijn verzekeringsdistributie het licht. De regelgeving geldt in Nederland vanaf 23 februari 2018.
Voor de bedrijfsvoering en klantcommunicatie van circa 8.000 financiële dienstverleners en 160 verzekeraars heeft de richtlijn gevolgen. Welke? Oostdam & Partners zet het op een rij.
Onder invloed van de EU-richtlijn zal elke marktpartij voortaan richting klanten duidelijk moeten aangeven of er wél of géén advies wordt gegeven, voorafgaand aan het sluiten van een verzekering. Daaraan moet direct worden gekoppeld of het advies plaatsvindt op basis van een “onpartijdige en persoonlijke analyse”.
Wanneer je straks níet adviseert op grond van een onpartijdige (of objectieve) analyse, moet je aan klanten de namen melden van de verzekeraars waarmee je zaken doet. Dit laatste is een flinke aanscherping van de informatieplicht.
Standaard informatiedocument
Het dienstverleningsdocument blijft onderdeel van de informatieplicht. Nieuw is dat voor elke verzekering een standaard informatiedocument aan de klant moet worden verstrekt. De ontwikkelaar van het verzekeringsproduct, meestal de verzekeraar dus, stelt dit document op. De inhoud ervan is te vergelijken met de bestaande productwijzers, zoals verzekeraars die al enkele jaren hanteren. Het gaat om informatie over de dekking, uitsluitingen, looptijd, premiebetaling, enzovoort. De Europese toezichthouder op verzekeraar EIOPA zal hiervoor nog een model opstellen.
Alle klantinformatie moet op papier, kosteloos beschikbaar worden gesteld. Tenzij een ander medium (bijvoorbeeld een website) past in de context waarin de verzekeringen worden gesloten en de klant instemt met het feit dat de informatie niet op papier wordt gegeven.
Klantwensen
De richtlijn geldt niet alleen voor intermediairs maar ook voor direct writers en vergelijkingssites. Elke verkoper moet vaststellen wat de verlangens en behoeften van de klant zijn; de voorgestelde verzekering moet daarmee in overeenstemming zijn. Gaat aan de verkoop een advies vooraf, dan moet de financiële dienstverlener de klant uitleggen waarom een bepaalde verzekering het best aansluit bij de persoonlijke wensen en behoeften van de klant. Dit vraagt dus om uitleg én vastlegging.
Registratie
Een geruststelling mag zijn dat de Europese richtlijn niet veel zal veranderen waar het gaat om de voorwaarden voor inschrijving in het register van verzekeringstussenpersonen. Dat geldt evenmin voor de eisen die worden gesteld aan de vakbekwaamheid, betrouwbaarheid, beroepsaansprakelijkheid en de betaling van premies en schade-uitkeringen. Aan het stelsel van permanente educatie wordt niet gemorreld, zo blijkt uit de toelichting op de Nederlandse implementatiewet.
En wat de schadeprovisie betreft, ook daar geen verandering. Een provisieverbod is niet aan de orde. En dat geldt ook al voor een adviesplicht: daar is en wordt geen sprake van in Nederland.
Verbonden bemiddelaar
Nieuw is de figuur van verbonden bemiddelaar. Deze wordt ook geïntroduceerd voor bemiddelaars; nu kennen wij hem alleen als iemand die onder naam en risico van een verzekeraar handelt. De verbonden bemiddelaar hoeft geen eigen vergunning te hebben. Deze moet wel bij de AFM zijn aangemeld en moet ook , onder de verantwoordelijkheid van de bemiddelaar, aan de wettelijke eisen (vakbekwaam, klantdossier, etc) voldoen.
Zie hieronder onze ‘Checklist EU-richtlijn Verzekeringsdistributie’, waarin de meest relevante onderdelen zijn samengevat. Wil je er meer over weten? Bel ons. We kunnen je vast verder op weg helpen. Communicatie en compliance binnen de financiële dienstverlening zijn immers onze specialismen.